Opnieuw zit ik gehurkt bij het bed van mevrouw. Ze ligt met haar ogen dicht, niet strak dicht, gewoon dicht. Ze reageert op mijn aanspreken. Haar lippen bewegen. Ze heeft de kracht niet om hoorbare woorden te produceren.
Ik vraag of ze wil douchen. Ik denk een heel zachte “ja” te horen. Ik vraag of ik het dekbed terug mag slaan en weer hoor ik “ja”. Als ik haar wil helpen om overeind te komen weert ze me af. Heel zachtjes hoor ik “zelf”. Ze wil overduidelijk niet geholpen worden en dus doe ik dat niet. Tergend langzaam en vele pogingen later zit ze eindelijk op de bedrand. Ik sta er een beetje onbeholpen bij. Ik kan niets doen om te boel wat te bespoedigen, maar ik kan haar ook niet alleen laten. Ik voel ook aan alles dat dit wel eens een lang zorgmoment zou kunnen worden. Heel lang.
Ik bied haar mijn arm aan om het lopen te vergemakkelijken, maar ze wil mijn arm niet. Ik probeer haar te helpen bij het uittrekken van haar pyjamajasje, maar ze duwt mijn arm weg.
Langzaam raakt mijn geduld op en maakt het plaats voor irritatie.
Hoe lang moet ik dit gemier van “zelf willen doen” accepteren. Komt er een punt waarop ik mag zeggen dat het nu mooi geweest is en dat ik de boel overneem. Dat ik nog meer te doen heb vandaag. En als dat punt al komt, durf ik dat dan te zeggen? En hoe zal ze daar dan op reageren?
Ruim vijf kwartier heb ik geworsteld. Ruim vijf kwartier heb ik het gevecht gevoerd tussen de zorg overnemen en het haar zelf laten doen. Het is me gelukt. Ze heeft zich gedoucht. Ze is aangekleed en zelfs haar tanden zijn gepoetst.
En ik… Ik ben kapot!
3 reacties On Gevecht (2)
Mooi beschreven hoe het geduld vaak op de proef wordt gesteld….
Een hele kunst; uiterlijk rustig lijken maar van binnen koken. Kost idd veel energie.
Met geduld bereik je meer, maar wat moeilijk zal dat zijn en wat vraagt dat veel van een mens….
Wat mooi beschreven en zo herkenbaar, als ik geen tijdsdruk had, dan zou ik alle geduld van de wereld hebben.