Bij de bel staan twee namen: Joke en Hans van Dongen.
Maar dat klopt niet, niet meer.
Joke is overleden, zomaar ineens.
Ze heeft hier precies drie dagen gewoond.
Nu woont Hans hier alleen.
Al ruim een half jaar heel alleen.
Het appartement is ruim en licht. Op de vloer liggen grote, grijze plavuizen. De muren zijn glad gestuct. De keukenkastjes zijn glanzend wit en op het aanrecht staat een fruitschaal met één verschrompelde mandarijn.
Hans gaat in zijn stoel zitten met zijn benen op het krukje.
Ik zet een mok koffie voor hem neer. Het geluid van de mok op de glazen salontafel klinkt hard.
Vanuit mijn ooghoek zie ik dat de tv-gids open ligt op maandag.
Het is vandaag donderdag.
Ik ga tegenover Hans zitten.
We zeggen weinig.
Ook tijdens de zorg hebben we weinig gezegd. Ik heb het wel geprobeerd, maar het lukte me niet om het praatje gaande te houden.
Meestal geeft een woning genoeg aanknopingspunten voor een babbeltje. Foto’s van de kinderen of kleinkinderen, boeken in de boekenkast, een oud uitziend kastjes of de hond.
In dit huis is niets. Dit huis heeft geen ziel, geen herinneringen. Dit huis is dood.
Joke heeft niet de kans gehad om het huis levend te maken.
Hans kan het niet.
Nog niet.
Misschien over een tijdje.
4 reacties On Mandarijntje
wat een stil leven
Jeetje, ik zou het niet weten. Is er nog hoop vraag ik me af? Hoe was Hans vroeger? Hoe oud is ie trouwens? Enfin, ik ga er niet over. Het beste gewenst.
Wel sneu alleen in zo’n huis ????
Hoe herkenbaar en weer mooi verwoord Anne!